De legende van Vrouwe Hillegonda

Over de herkomst van de 'berg' of 'heuvel' waarop de kerk staat gaan in Hillegersberg diverse variaties van de legende van Vrouwe Hillegonda rond. 

 

Eén van deze variaties is: reuzin Vrouwe Hillegonde wilde op de plaats van het huidige kasteel een huis bouwen. Omdat ze de moerassige bodem niet vertrouwde, nam zij duinzand mee in haar schortje en stortte dat op de uitgezochte plaats. Vervolgens bouwde zij het kasteel, waardoor dit in de volksmond 'het Reuzenhuis' heette.

 

Een andere variant is de volgende: De reuzenmaagd Hillegonde kreeg van haar vader de opdracht zand te brengen van de Veluwe naar de Hollanden. Dit zand moest daar worden gebracht om de woeste golven van de zee te bedwingen. Hillegonde nam het zand mee in haar schort maar dit schort scheurde temidden van de Bergse voor- en achterplas. Op die plaats ontstond dus een heuvel die de plassen verdeelde. Hillegonde zal hiervan zo geschrokken zijn dat zij op de vlucht sloeg en niemand haar ooit meer gezien heeft. 

 

Ook gaat het verhaal dat Hillegonde het zand is verloren toen zij moest vluchten vanuit de duinen bij de Noordzee. Dit omdat ze uit haar ouderlijk huis verjaagd was. 

 

Een volgende versie vertelt hetzelfde als bovenstaande maar dat Hillegonde struikelde en zo de berg zand stortte.

 

Wat in deze verhalen telkens naar voren komt is het schort waarin Hillegonde het zand droeg. In het huidige wapen van Hillegersberg is Hillegonde dan ook te zien met haar schort om. 

afbeelding Hillegonde op lantaarnpaal begraafplaats
afbeelding Hillegonde op lantaarnpaal begraafplaats

Het Hillegondalied gespeeld door een draaiorgel.

Cover Hillegondalied
Cover Hillegondalied

Er is zelfs een heus Hillegondalied (sinds ongeveer 1900 het 'volkslied'): 

 

Toen Hillegond, een reuzenmaagd, van Hollands duinenrand,

onschuldig werd van huis gejaagd, nam zij een schootvol zand;

zij zocht een plaats voor ’t souvenir van haren dierbren grond,

en 't lieve meisje stichtte hier den Berg van Hillegond.

  

Maar treurend op den heuveltop, blonk in haar oog een traan.

Toen hief zich Rottes stroomgod op met al haar leed begaan.

"Wees welkom sprak hij -schoone maagd Waartoe zo droef geschreid?

Uw naam dien deze heuvel draagt zal klinken wijd en zijd.

 

Dit oord, door mijne hand besproeid, wordt u een lieflijk dal,

waar jong en oud, als gij vermoeid. zijn leed vergeten zal.

de grijsaard dart'lend met de jeugd in 't weeldrig plantsoen.

zal 't minnend paartje vol geneugt' zien lachen in het groen.

 

Uw heuvel, door uw traan gewijd tot een geheiligd oord.

wordt eens de plek, waar haat nog nijd den kalmen vrede stoort;

en 't zij natuur des zomers lacht, of van haar arbeid rust,

den berg wordt bij het nageslachth der stedelingen lust. 

 

Wat Rotte's stroomgod heeft voorspeld is 't alles zo geschied?

Wie kent in Schielands grazig veld het vriend'lijk Bergje niet?

O, stille dreven, schoone laan langs veld en spieg'lend meer,

de wand'laar tot u opgegaan zingt Hillegond ter eer.